Jelmer Breemer, vechtsporten in vele varianten
Jelmer Breemer werkt zeven jaar bij GomesTrucks Warmenhuizen. Hij begon met onderhoud aan bedrijfswagens en stapte later over op trucks: “Ik heb leuke collega’s en we zijn echt een team. Er wordt veel gelachen.” Naast zijn fulltime baan is de 33-jarige Jelmer maar op één ding gefocust, dat is de vechtsport. Hij begon op zijn vierde jaar aan judo en deed daarna heel lang aan kickboksen. Nog weer later kwam de Sumatraanse zelfverdedigingssport Pencak Silat op zijn pad. In deze tak van sport deed hij mee aan Nederlandse en Europese kampioenschappen. Via Jiu-Jitsu NoGi, ook wel grappling geheten, vond hij uiteindelijk zijn draai in het vrij worstelen. Met zijn 96 kilo en kort geschoren haar is Jelmer een imposante verschijning. Dit jaar werd hij in de klasse light heavy Nederlands kampioen vrije stijl worstelen.
Mentale conditie
Als het even kan, is Jelmer zelf aan het trainen of geeft hij training. Dat laatste doet hij drie keer per week in de avonduren, tweemaal in Den Helder en eenmaal in Alkmaar.
In het trainingshonk lopen acht sporters waaronder Jelmer eerst opwarmrondjes op een mat, dan doen zij koprollen, salto’s en radslagen. “Als worstelaar ben je ook wel een
beetje acrobaat”, lacht hij. “Je moet sterke lange spieren hebben. Ik train niet op kracht. Naast schouder- en nekoefeningen werk ik keihard aan mijn conditie door hard te lopen en bergop intervaltraining te doen. Wat heel goed is voor mijn mentale conditie is zwemmen in open water bij Den Helder. De kou, de stroming en het donkergroene water zorgen ervoor dat ik keer op keer moet omschakelen. Een lange adem hebben, is inmiddels één van mijn sterkste punten. Of het nu gaat om sport of werk, opgeven staat niet in mijn woordenboek.”
Aanvalsstrategie
Kenmerkend voor vrij worstelen is dat je laag staat en dat je naast je armen ook je benen mag gebruiken. “Wat ik altijd probeer, is snel de benen van de tegenstander te pakken. Zodra ik hem met zijn twee schouderbladen op de grond krijg, heb ik gewonnen. Ik vind het fascinerend dat twee worstelaars elkaar met kracht en snelheid op de rug proberen te krijgen. Het is vaak een kettingreactie van techniek en counteren. Tot in de laatste minuut van de wedstrijd, als ik de tegenstander helemaal afgepeigerd heb, wil ik aanvallen en scoren. Uiteraard bestudeer ik de sterke punten van mijn tegenstander altijd van tevoren. Daar baseer ik mijn aanvallen verdedigingsstrategie dan op. Weet ik bijvoorbeeld dat hij de gewoonte heeft direct naar de enkels te grijpen, dan doe ik tijdens mijn training drills met maten zodat ik daar qua techniek volledig op ben voorbereid.”
Traditioneel bandworstelen
Tijdens de wedstrijd staat Jelmer nooit alleen: “Mijn coach kan mij altijd helpen met omschakelen zodat ik de wedstrijd nog beter naar mijn hand kan zetten.” Trainen doet hij met collega’s uit diverse sterke worstellanden zoals Iran, Rusland en Tsjetsjenië. “Dat zijn hele taaie jongens die met gemak tot na hun veertigste doorgaan met worstelen”, gaat Jelmer onvermoeibaar door. “Die moet je nooit onderschatten. Tijdens een wedstrijd stond er een keer een vijftigjarige Iranees in worstelpak buiten een peukje te roken. Toen hij op de mat kwam, gooide hij zijn tegenstander door de lucht en het was klaar. Heel bizar, want je gaf hem geen stuiver. Tijdens dit traditionele bandworstelen mag je niet beenhaken, maar als je iemand aan zijn riem omhoogtilt mag je je benen juist wel weer gebruiken. Best wel een avontuur.” “Wat ik ga doen na mijn actieve worstelcarrière? Ik ben lid van het bestuur van de nieuwe Worstelbond en streef ernaar de sport voor de jeugd goed op de kaart te krijgen. Ik wil het worstelen populair maken. Daar ga ik onder meer met de organisatie van strandworstelwedstrijden in Den Helder mee beginnen.”